Altijd praktisch: gereedschap bij de hand hebben

English version below

 

Sleutel

Katleen Gabriels

Waar ligt mijn sleutelbos?

Hoeveel sleutels heb jij momenteel bij je? Anders dan de meeste instrumenten in deze tentoonstelling is de sleutel nog volop in gebruik. We vergrendelen er onze auto, fiets of voordeur mee en mopperen als we vergeten waar onze sleutelbos ligt. Dankzij het slot en de sleutel kunnen we onze spullen afschermen. Thuis en in de auto beschermen we onze kinderen met een ‘kinderslot’.

Van mechanisch naar digitaal

Onze voorouders begroeven hun bezit in de grond of verborgen het in grotten of bomen. De eerste mechanische sloten (met houten sleutels) dateren van meer dan 4000 jaren geleden. Vandaag bestaan sleutels en sloten in allerhande vormen en maten. Je laptop en mobiele telefoon kun je vergrendelen met je vingerafdruk. Ook je gezicht functioneert als sleutel: digitale toestellen kunnen ontgrendeld worden met gezichtsherkenning. Sommige mensen laten een microchip in hun vingertop implanteren om hun huis te ver- en ontgrendelen. In landen zoals Zweden, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk laten werknemers zelfs een chip in hun lichaam implanteren, als vorm van identificatie op het werk: ze kunnen er computersystemen, printers of koffieautomaten mee activeren. Zou je dit zelf ook willen?

In het hotel

Als je vroeger een hotelverblijf boekte, ontving je een logge sleutel. De zwaarte van de sleutel was geen toeval: die vergrootte de kans dat je niet vergat de sleutel bij de receptie af te geven, telkens als je het hotel verliet. Vervolgens maakte de elektronische keycard haar intrede: een geprogrammeerd, plastic kaartje om je kamerdeur mee te openen. Zodra je op je kamer bent, kun je met de keycard ook de elektriciteit activeren. Sinds een aantal jaren maken hotelketens gebruik van digitale sloten. Je moet de sleutel op je smartphone downloaden. Om de hoteldeur te openen, houd je je smartphone voor het slot.

Controleverlies

Downloadbare hotelsleutels en geïmplanteerde chips roepen ethische vragen op over verlies van controle en privacy. Vroeger lag de controle namelijk bij degene die de sleutel bezat: alleen die persoon kon het slot openen. Digitale sloten geven bedrijven meer macht. In hotels moeten klanten hun gegevens digitaal registreren om de sleutel te kunnen downloaden. Ook hackers kunnen erop inbreken. En ja, ook geïmplanteerde chips kunnen gehackt worden. Bovendien kan je baas je volgen als je zo’n chip in je vingertop meedraagt. Deze oude sleutel is minder handig en functioneel, maar laat ook minder sporen na.

 


Handboor

Peters Peters

Gereedschapskist

Ouderen kennen ze nog uit de gereedschapskist van hun vader. Op de rommelmarkt vind je ze soms ook nog wel. De tandwielen hebben een laagje houtstof vermengd met olie. Vaak draaien ze stroef. Soms toont een label de fabrikant.

Kleine gaten

De handboor diende om kleine gaten te boren in hout. Houtbewerkers gebruikten ze als het heel precies moest. Kleine gaatjes voor de schroefjes van een scharnier van een kistje bijvoorbeeld, een scheepsmodel of muziekinstrument. Voor het grovere werk was er de slingerboor. Die kan grotere gaten aan en je kunt er meer kracht mee zetten.

Hoe werkt het?

Engelsen noemen de handboor een egg beater drill. Niet zo vreemd, want het mechanisme lijkt op dat van een eierklopper. Met de handel laat je het grotere tandwiel draaien. Het drijft een kleiner tandwiel aan dat er haaks op staat. Daardoor gaan gardes – of de boor – draaien. In de boorkop kun je dankzij een slim mechanisme boren van klein naar groot vastklemmen.

Fabricage

Handboren werden sinds het midden van de 19e eeuw gemaakt. Fabrikanten over de hele wereld gebruikten het basisidee. Maar er waren natuurlijk variaties. Het grote tandwiel draaide tegen een of twee kleine tandwielen, het grote tandwiel was open of dicht, er was wel of geen tweede handvat. Geliefd onder Europese houtbewerkers waren de handboren van de Duitse fabrikant Aurowa, opgericht door Albert Urbahn (1851-1939), of van beroemde Engelse gereedschapsfabriek van Stanley. In de Verenigde Staten was Millers Falls dé maker van handboren.

Nieuw gebruik

Tegenwoordig gebruiken houtbewerkers meestal elektrische boren. Die zijn immers snel en krachtig. Maar wie op veilingsites als Etsy en Ebay kijkt, ziet dat vintage snoerloze handboren weer veel worden aangeboden en verkocht. Hobbyhoutbewerkers maken ze schoon en geven ze een drupje olie. Waarom? Sneller en krachtiger boren is niet altijd beter, vinden ze. Met een handboor heb je veel meer controle. Je draait wat sneller of langzamer als het hout daarom vraagt. En het rustige malen van de tandwielen klinkt ook nog eens aangenamer dan het geraas van de elektrische motor

 


Draagbaar gasfornuisje

Denise Petzold (vertaling Karin Bijsterveld)

Het draagbare Enders gasfornuis

Dit draagbare gasfornuisje werd in de jaren ‘50 gemaakt door het Duitse bedrijf Enders (het zogenaamde “standaardmodel” 9060N). In het tankje - van glimmend messing - past 0,33 liter vloeibaar petroleumgas. Daar kan het campingfornuis twee uur op branden om er eenvoudige maaltijden mee te maken of thee te zetten. Wat je hier niet ziet, is dat het toestel in een metalen doosje kon worden opgevouwen en vervoerd, als in een lunchtrommeltje. Voor gebruik moest je de brander in het doosje vastzetten om te voorkomen dat die kon omvallen. De tank stond dan naast de opstaande rand zodat het buiten bereik van de vlammen bleef.

Sterk onder druk!

Het ontwerp zorgt ervoor dat het fornuis opmerkelijk krachtig en langdurig brandt. Eerst vul je de tank en de spiritusholte onder de brander met petroleum. Draai je de zwarte knop op de brander open, dan vloeit de petroleum van de tank naar de brander. Zodra je het gas hebt aangestoken, kun je met een pompje (via de knop die aan het uiteinde van de tank zit) de druk in de tank aanpassen. Gaat de vlam uit zichzelf uit, dan is er onvoldoende druk—een paar keer pompen en het brandt weer goed! De vlam wordt groter en kleiner door de pomp uit te trekken of weer dicht te doen.

Van oorlog voeren naar bergbeklimmen

In de 20e eeuw dienden draagbare gasfornuisjes verschillende doelen. Hoewel ze oorspronkelijk ontworpen waren voor gebruik tijdens militaire operaties in de Tweede Wereldoorlog, werden ze al snel ingezet voor avontuurlijke reizen en buitenwerk. Enders vermeldt trots dat de campingfornuisjes “in de jaren ‘50 dankzij hun robuustheid en betrouwbaarheid in expedities over de hele wereld en onder de meest zware omstandigheden werden gebruikt.” In de vroege jaren ’70   ontwikkelden andere producenten soortgelijke toestellen die bleven werken onder extreem koude of anderszins moeilijke weersomstandigheden, bijvoorbeeld tijdens bergbeklimmen.  

Een buitenkeuken voor mannen

Draagbare fornuizen zijn meer dan simpele, handige apparaten: ze veranderden een meer huiselijke activiteit als koken—een taak die vooral in het verleden werd gezien als een typisch vrouwelijke verantwoordelijkheid—in meer mannelijk werk, verbonden met oorlog, avontuur, expedities en overleven. Lang voor je irritante buurman opschepte over zijn nieuwe luxe barbecue in zijn tuin, droeg het draagbaar gasfornuis bij aan de verspreiding van het idee dat buiten koken mannenwerk is.

Liefhebbers van vintage fornuizen 

Zoals je waarschijnlijk al kunt zien aan het glanzende metaal, is dit Enders 9060N draagbaar fornuis in behoorlijk goede staat. Je kunt er tot zo’n 200 euro voor krijgen als je het via internet verkoopt - best een goede deal als je bedenkt dat het 29,50 Duitse Mark kostte in de tijd dat het op de markt kwam. Er bestaat zelfs een kleine, maar actieve internetgemeenschap van liefhebbers van vintage fornuizen die dol zijn op het bespreken van modellen, het verhandelen van reserve-onderdelen en het verzamelen van alle denkbare soorten draagbare gastoestellen. De Enders modellen zijn, juist omdat ze zo betrouwbaar en stevig zijn, bijzonder geliefd en gewild.

 


Sigarettenaansteker

Ties van de Werff

Chique

“Het was een feestelijke dag. De fabriek waar ik werkte als bedrijfsleider, de Wilson Gasmeterfabriek in Den Haag, bestond 75 jaar. Er was een borrel en een heus banket. En toen we haar huis gingen, kreeg ik uit handen van meneer Wilson dit geschenk: een chique tafelaansteker in de vorm van onze bekende gasmeter. Toen ik thuiskwam zette ik de tafelaansteker op het dressoir, naast de sigarettenhouder. Mijn vrouw vond het maar een afzichtelijk prul. Toch stond de aansteker jarenlang thuis te pronken en heb ik er menig sigaret en sigaartje mee aangestoken.”

Een feestelijk relatiegeschenk?

Deze herinnering is verzonnen. Want de precieze herkomst van deze bijzondere aansteker is lastig te achterhalen. Op het object lezen we de naam ‘NV Nederlandsche Gasmeterfabriek George Wilson, Den Haag’. Is het een relatiegeschenk, gemaakt in 1953 om het 75-jarige bestaan van deze bekende gasfabriek te vieren? Of werd het geschenk misschien gegeven bij het zilveren jubileum van directeur W. Wilson in 1957? Heeft een medewerker van de Nutsbedrijven Maastricht deze aansteker gekregen en destijds thuis op het dressoir gehad? We tasten in het duister. Vuurtje, iemand?

Een vernuftig pronkstuk

Wat we wel weten is dat de tafelaansteker veel gebruikt werd in de jaren ’50. Het is de tijd waarin de eerste filtersigaretten in Nederland kwamen en in houdertjes of glaasjes op tafel stonden. Vaak samen met een tafelaansteker. De tafelaansteker die je hier ziet werkte op batterijen. De mini-gasmeter werd gevuld met benzine, dat vervolgens drupte op een lont in het pijpje. Als je het pijpje uit de behuizing trok, ontstond er contact en een vonkje, waarmee de in benzine gedrenkte lont in het pijpje vlam vatte. En zo kon je je sigaret of sigaar aansteken.

Van glazen bol tot zakformaat

De aansteker is een vernuftige en praktische uitvinding. De Duitse chemicus Johann Wolfgang Döbereiner maakte een van de eerste aanstekers in 1823. In zijn apparaat, een grote glazen pot, zat zwavelzuur en zinkmetaal, dat samen waterstofgas produceert. Dat gas reageerde op een spons van platina waardoor er een zacht vlammetje ontstond. Eind 19e eeuw kwamen er meer handzame en gemakkelijke aanstekers in omloop. Rond de eeuwwisseling werd vooral de tafelaansteker populair. De tafelaansteker, vaak rijk versierd, was een luxe pronkstuk, een geliefd geschenk en een verzamelobject. Nogal een verschil met die gekleurde, plastic wegwerpaanstekers die we sinds de jaren ’70 gebruiken!

Een verloren gewoonte

De tafelaansteker is een appraatje voor een verloren gewoonte. Wanneer je in de jaren ’50 thuis bezoek kreeg, en je bood geen sigaret aan, dan was je niet erg gastvrij. Tegenwoordig zien we roken niet meer als gezellige sociale activiteit, maar eerder als ongezonde verslaving die ontmoedigd moet worden. Niemand heeft meer sigaretten op tafel staan voor gasten. Of een rookaccessoire zoals een tafelaansteker – een enkele hobbyroker of verzamelaar daargelaten. Deze bijzondere tafelaansteker zegt daarmee niet alleen iets over de eens zo gevierde Gasmeterfabriek uit Den Haag. Het herinnert ons er ook aan dat sociale gewoontes, zoals roken, door de tijd heen veranderen.

 

Met dank aan Joost Krop, verwoed verzamelaar en gebruiker van rookgarnituren.

 

 


For All Practical Purposes: Having Tools at Hand

 

Key

Katleen Gabriels

Where did I leave my keys?

How many keys do you currently have with you? Unlike many other objects in this exhibition, the key is still in use. We use it to lock our car, bicycle, front door, … and grumble when we forget where our keys are. Thanks to locks and keys we can protect our belongings. At home and in the car, we protect our children with a ‘child lock’.

From mechanical to digital locks

Our ancestors buried their property in the ground or hid it in caves or trees. The first mechanical locks (with wooden keys) date back to more than 4000 years ago. Today, keys and locks come in all kinds of shapes. You can lock your laptop and mobile phone with your fingerprint. Your face also has become a key: digital devices can be unlocked with face recognition. Some people got a microchip implanted in their fingertip to (un)lock their home. In countries such as Sweden, the United States and the United Kingdom, employees have even had a chip implanted as a form of authentication at work: they can use it to activate computer systems, printers or coffee machines. Would you like to have such a chip implanted yourself?

Hotel keys

In the past, when booking a night in a hotel room, you would receive a bulky key. The weight was no coincidence: you were less likely to forget to leave the key at the reception every time you left the hotel. Then the electronic ‘keycard’ was introduced: a programmed, plastic card to open the door of your hotel room. As soon as you are in your room, you can also activate the electricity with the keycard, which functions as a power switch. Hotel chains have been using digital locks for a number of years. You have to download the key on your smartphone. To open the hotel door, you hold your smartphone in front of the lock.

Loss of control

Downloadable hotel keys and implanted chips raise ethical questions about loss of control and privacy. In the past, control was in the hands of the person holding the key: only that person could open the lock. Digital locks make companies more powerful. In hotels, customers must digitally register their data in order to download the key. Hackers can also break into it. And yes, implanted chips can also be hacked. Moreover, your boss can monitor you if you have such a chip in your fingertip. Although this old mechanical key may be less functional in some respects, it does not leave a digital trail. 

 


Hand Drill

Peter Peters

Toolbox

Elderly people may know them from their father's toolbox. Sometimes you can also find them at the flea market. The gears have a layer of wood dust mixed with oil. They often turn stiff. Sometimes a label shows the manufacturer.

Small holes

The hand drill was used to drill small holes in wood. Woodworkers used them when they had to be very precise. Drilling small holes for the screws of a hinge of a box, for example, a ship model or a musical instrument. For the coarser work there was the brace and bits. It can handle larger holes and you can put more force on it.

How does it work?

In English, the hand drill is also called an egg beater drill. This is hardly surprising, because the mechanism resembles that of an egg beater. Using the handle you turn the larger gear. This drives a smaller gear perpendicular to it. As a result, the whisks, or the drill, will turn. Thanks to a smart mechanism, you can clamp drill bits from small to large in the chuck that has three jaws inside.

Manufacturing

Hand drills have been made since the mid-1800s. Manufacturers all over the world used the basic idea. But there were variations, of course. The large cog wheel turned against one or two small cogs; the large cog was open or closed; some drills had a second handle. Popular among European woodworkers were the hand drills from the German manufacturer Aurowa, founded by Albert Urbahn (1851-1939) or from the famous English tool factory of Stanley. In the United States, Millers Falls was the preferred maker of hand drills.

New use

Today woodworkers mostly use electric drills. After all, they are fast and powerful. But if you look at auction sites like Etsy and Ebay, you will see that vintage cordless hand drills are being offered and sold a lot again. Craft woodworkers clean them and give them a drop of oil. Why? Faster and more powerful drilling is not always better, they say. With a hand drill you have much more control. You turn the handle a little faster or slower if the wood so requires. And the smooth grinding of the gears also sounds more pleasant than the roar of the electric motor.

 


Portable Gas Stove

Denise Petzold

The Enders portable gas stove

This portable gas stove was manufactured around the 1950s by the German company Enders (model “Standard” 9060N). The shiny brass tank holds 0,33 liters of petrol, from which the camping cooker can run up to two hours to make simple meals or tea. What you can’t see here is that the cooker was stored and transported in a metal box, not unlike a cookie box. Before using the cooker, the burner would be attached to the inside of the box, so it could not fall over. The tank would sit outside of the box to protect it from making contact with the flame.

Pressurized power!

Due to its design, this gas stove produces an especially powerful and durable flame. First, you fill the tank and the spirit cup under the burner with petrol. By turning the black knob attached to the burner, the petrol can flow from the tank to the burner. After lighting the flame, the pump (the knob on the end of the tank) helps you to adjust the pressure in the tank. If the flame dies by its own accord, there’s not enough pressure—a few pumps, and it will burn brightly again! The flame grows and decreases by opening and shutting the spindle.

From war to mountaineering

Portable gas cookers like this one were used for many different purposes during the 20th century. Although they were originally invented in the context of military operations and used in WWII, they were quickly adopted for adventurous travels and when working outdoors. The company Enders proudly states that “back in the 1950s, Ender’s camping cookers were used on the toughest expeditions around the world because of their robustness and reliability under the most extreme conditions.”In the early 1970s, other manufacturers developed cookers like this one, which could be used in extremely cold or difficult weather conditions, for example when mountaineering.

Men’s outdoor kitchen

Portable gas stoves are more than a simple, purposeful device or technology: they transform a more domestic activity like cooking—which, especially in the past, was often understood as a woman’s task or responsibility—into a masculine activity connected to ideas of war, adventure, expedition and survival. Long before your annoying neighbour showed off his new luxurious barbecue grill in the garden, portable gas cookers helped to spread the idea that outdoor cooking is men’s cooking.

Vintage stove lovers

As you can probably tell from its shiny looks, this Enders 9060N portable stove is in a pretty good condition. You could sell it for up to 200 euros on the web—quite a good deal considering that it cost 29,50 Deutsche Mark when it came out. There is, in fact, a small but active community of vintage stove lovers on the internet who love to discuss models, trade spare parts and collect all sorts of portable gas cookers.The Enders models, due to their reliability and robustness, are particularly loved and sought after.

 


Cigarette Lighter

Ties van de Werff

Chic

“It was a memorable day. The factory I worked for as a manager, the Wilson Gas Meter Factory in The Hague, celebrated its 75th anniversary. There were drinks and a real banquet. And when we left, I got this from Mr. Wilson: a chic table lighter in the shape of our famous gas meter. When I got home, I put it on the dresser, next to the cigarette holder. My wife thought it was hideous. But I kept the table lighter displayed at home for years and I lit many cigarettes and cigars with it.”

A festive corporate gift?

This memory is made up. Because the exact origin of this special promotional gift is difficult to determine. On the object we read the name "NV Nederlandsche Gasmeterfabriek George Wilson, The Hague". Is it a promotional gift, made in 1953 to celebrate the 75th anniversary of this well-known gas factory? Or was this present perhaps given at the occcasion of W. Wilson's Silver Jubilee as director in 1957? Did an employee of the Nutsbedrijven Maastricht receive this lighter and did he have it on the dresser at home? We are left in the dark. A light, anyone?

An ingenious showpiece

What we do know is that the table lighter was widely used in the 1950s. It is the time when the first filter cigarettes arrived in the Netherlands. They were often placed on a dresser or table in holders or glasses, together with a table lighter. The table lighter you see here was battery powered. The mini gas meter was filled with gasoline, which then dripped onto a wick in the nozzle. When you pulled the nozzle out of the housing, contact was formed and a spark was created, which ignited the gasoline-soaked wick in the nozzle. And so you could light your cigarette or cigar.

From glass ball to pocket size

The lighter is an ingenious and practical invention. The German chemist Johann Wolfgang Döbereiner made one of the first lighters in 1823. His device, a large glass jar, contained sulfuric acid and zinc metal, which together produced hydrogen gas. That gas reacted to a platinum sponge, creating a soft flame. At the end of the 19th century, handier and easier lighters came into circulation. The table lighter in particular became popular around the turn of the century. Often richly decorated, it became a luxurious showpiece, a much-loved gift and a collector's item. Quite a difference from those colored, disposable plastic lighters we've been using since the 1970s!

A lost social habit

The table lighter is a tool for a lost social habit. When you got visitors in the 1950s and you didn't offer a cigarette, you weren't very hospitable. Today we no longer regard smoking as a fun social activity, but we rather consider it an unhealthy addiction that should be discouraged. Nobody has cigarettes on the table for guests anymore. Nor a smoking accessory such as a table lighter – aside from the occasional hobby smoker or collector. This special table lighter does not only tell us something about the once celebrated Gas Meter Factory in The Hague. It also reminds us that social habits, such as smoking, change over time. With special thanks to Joost Krop, an avid collector and user of smoke accessories.